De pull-up is de ultieme krachttest voor je bovenlijf. Maar welke greepbreedte moet je hanteren voor een optimale prestatie?
Het antwoord: en mediumwijde greep, dat wil zeggen íets breder dan schouderbreedte. Dit is de zelfde greepbreedte als bij de overhead press. In de hangende positie zijn je armen dan min of meer verticaal.
Vanuit deze greep kun je niet alleen de grootste range of motion (ROM) creëren, ook ontlast je je schouders en ellebogen zo het meest.
Ellebogen
Bij een mediumwijde greep steken je ellebogen iets voor je lichaam uit. Dat zorgt voor meer stretch in de lats, waardoor je meer kracht van die spier kunt zetten.
Vaak zie je de pull-up met een wijdere greep uitgevoerd, waardoor de ellebogen zich naast het lichaam bevinden in plaats van ervóór. Dat legt een onnodige en onwenselijke druk op de schouders en ellebogen. Bovendien beperk je zo de ROM en daarmee de effectiviteit van de oefening.
En een smallere greep?
Plaats je de handen dichter bij elkaar, dan nemen de voorarmen en de brachialis een deel van het werk over. En dat zijn niet de doelspieren van pull-ups, nog afgezien van het feit dat ze veel minder kracht kunnen produceren dan de lats.